* Het frame -verhaal: Dit is de overkoepelende structuur van het verhaal. De pelgrims reizen naar Canterbury en stemmen ermee in verhalen te vertellen om zichzelf te vermaken. Dit creëert een raamwerk waarbinnen de individuele verhalen kunnen worden verteld.
* de rol van de host: De gastheer, Harry Bailey, fungeert als een soort moderator, introduceert elk verhaal en geeft soms commentaar op de verhalen. Hij houdt de pelgrims ook op het goede spoor en zorgt ervoor dat de concurrentie voor het beste verhaal doorgaat.
* verweven thema's: Hoewel elk verhaal onafhankelijk is, raken ze vaak aan soortgelijke thema's, zoals liefde, moraliteit, sociale hiërarchie en de aard van religie. Dit creëert een gevoel van eenheid en stelt de verhalen in staat om met elkaar te resoneren.
* Interpersoonlijke relaties: De pelgrims communiceren met elkaar, zowel binnen het frame -verhaal als binnen de verhalen zelf. Dit voegt een laag van complexiteit en realisme toe aan het verhaal en helpt bij het creëren van een gevoel van gemeenschap onder de personages.
* humor en ironie: Chaucer gebruikt tijdens het werk humor en ironie om de lezer te betrekken en commentaar te geven op de personages en hun verhalen. Dit helpt ook om het verhaal bij elkaar te houden door een gevoel van gedeelde ervaring tussen de lezer en de personages te creëren.
* Taal en stijl: Chaucer gebruikt een afzonderlijke en vaak humoristische stijl van taal, die helpt om de verhalen te verenigen en een consistente toon te creëren.
Concluderend gebruikt Chaucer een veelzijdige aanpak om het verhaal van de Canterbury -verhalen bij elkaar te houden. Het frameverhaal, de rol van de gastheer, verweven thema's, interpersoonlijke relaties, humor, ironie en taal dragen allemaal bij aan de algehele eenheid en samenhang van het werk.