Hun relatie met Hamlet is complex en veelzijdig:
* Aanvankelijk worden ze gepresenteerd als neutrale partijen: De koning vraagt hen om "hun discretie te gebruiken" en erachter te komen wat Hamlet zo melancholisch maakt. Ze lijken een plicht te vervullen, in plaats van kwaadaardigheid in de richting van Hamlet te hebben.
* Ze raken verstrikt in het plot van Claudius: De koning instrueert hen om Hamlet naar Engeland te brengen en hem te laten executeren. Dit brengt hen in een moeilijke positie, omdat ze nu actief betrokken zijn bij mogelijk schadelijke acties.
* Hun loyaliteit is twijfelachtig: Hun bereidheid om de bevelen van de koning te volgen roept vragen op over hun loyaliteit aan Hamlet, hun oude vriend. Het is onduidelijk of ze zich echt zorgen maken over het welzijn van Hamlet of gewoon proberen de koning te plezieren.
* Ze fungeren als folies voor Hamlet: Hun gebrek aan diepte en complexiteit contrasteert scherp met Hamlet's diepe introspectie en filosofische overpeinzingen. Ze vertegenwoordigen het alledaagse en praktische, terwijl Hamlet de tragische en filosofische belichaamt.
* Ze zijn uiteindelijk slachtoffers van het centrale conflict van het stuk: Hun gehoorzaamheid aan Claudius leidt tot hun eigen tragische einde omdat ze worden gedood door de Pirates die Hamlet inhuren om ze te onderscheppen.
Samenvattend zijn Rosencrantz en Guildenstern dubbelzinnige personages die meerdere doeleinden in het stuk dienen:
* Ze bieden komische verlichting en contrast met de ernst van Hamlet.
* Ze fungeren als instrumenten van de machinaties van de koning.
* Ze benadrukken de complexiteit van loyaliteit en moraliteit in het stuk.
De dubbelzinnigheid rond hun ware bedoelingen en hun ultieme lot dient om de tragedie van Hamlet en de morele complexiteit van het stuk te onderstrepen.