Er zijn verschillende redenen waarom vrouwen in de tijd van Shakespeare niet in toneelstukken mochten optreden. Eén reden was de maatschappelijke overtuiging dat vrouwen niet in staat waren om op het podium op te treden. Men dacht dat vrouwen te emotioneel en frivool waren om mannelijke karakters overtuigend te portretteren. Een andere reden was de praktische zorg dat vrouwen het publiek van het stuk zouden afleiden. In een tijd waarin toneelstukken vaak de enige vorm van entertainment waren, kon elke afwijking van de verwachte uitvoering nadelig zijn voor de productie.
Ondanks deze beperkingen waren er in de tijd van Shakespeare enkele actrices die erin slaagden op het podium op te treden. Deze vrouwen waren doorgaans lid van reizende groepen, of 'vagebondspelers', voor wie niet dezelfde beperkingen gelden als voor de gezelschappen die in Londen optraden. Hoewel deze actrices voor veel uitdagingen stonden, maakten ze de weg vrij voor toekomstige generaties vrouwelijke artiesten.
De traditie van mannen die vrouwelijke rollen speelden, duurde voort tot het begin van de 19e eeuw, toen actrices op het Engelse toneel werden geaccepteerd. Tegen het einde van de 19e eeuw traden vrouwen op in allerlei soorten rollen, en sindsdien zijn ze een essentieel onderdeel van de theaterwereld geworden.