Zonlicht: Natuurlijk licht was essentieel voor theatervoorstellingen, aangezien kunstlicht in die tijd beperkt was. Daglicht zorgde voor een goede zichtbaarheid voor zowel de acteurs als het publiek.
Werktijden: De meerderheid van de bevolking tijdens het Elizabethaanse tijdperk was betrokken bij landbouwwerk of andere buitenactiviteiten. Door 's middags met toneelstukken te beginnen, konden ze hun dagelijkse taken afmaken en toch tijd hebben om theatervoorstellingen bij te wonen.
Amusement na de maaltijd: Veel theaterbezoekers aten hun hoofdmaaltijd, meestal de lunch, in de vroege middag. Het bijwonen van een toneelstuk na een heerlijke maaltijd was een populaire vorm van vrijetijdsbesteding en amusement.
Handig voor edelen: De edellieden en vrouwen die het theater bezochten, hadden vaak sociale activiteiten in de middag, zoals banketten of gerechtsevenementen. Het plannen van toneelstukken in de middag paste bij hun drukke schema's.
Seizoensgebonden impact: Tijdens de zomermaanden duurde het daglicht langer, waardoor middagoptredens haalbaar waren. In de winter, als de dagen korter waren, gebruikten sommige binnentheaters kaarsen of fakkels voor verlichting, waardoor de optredens door konden gaan, hoewel ze misschien iets later op de dag begonnen vanwege het verminderde natuurlijke licht.
De aanvangstijd van toneelstukken in het Elizabethaanse tijdperk werd beïnvloed door praktische overwegingen met betrekking tot daglicht, dagelijkse routines, sociale gewoonten en de voorkeuren van zowel theaterbezoekers als nobele beschermheren.