Ten eerste vonden er een aantal veranderingen plaats in de samenleving die een grotere vraag naar entertainment creëerden. Deze veranderingen omvatten de groei van steden en de opkomst van de koopmansklasse. Steeds meer mensen kregen vrije tijd en geld om aan entertainment te besteden. Bovendien waren met de opkomst van het christendom en het verval van het Romeinse rijk de macht en invloed van de Kerk toegenomen. De Kerk gebruikte theater als een manier om haar religieuze boodschappen en moraal te verspreiden, en dit was een belangrijke drijvende kracht achter de groei van theater in de Middeleeuwen.
Ten tweede waren er ook een aantal technologische ontwikkelingen die theater mogelijker en populairder maakten. Deze vooruitgang omvatte de ontwikkeling van het podium, het theatergebouw en het verplaatsbare decor. Op het podium konden artiesten zich boven het publiek verheffen, waardoor ze gemakkelijker te zien en te horen waren. Het theatergebouw bood een speciale ruimte voor uitvoeringen, waardoor deze toegankelijker werden voor het publiek. Door de verplaatsbare set konden snel en eenvoudig verschillende scènes worden gecreëerd, wat de uitvoeringen gevarieerder en interessanter maakte.
Ten slotte was er in de Middeleeuwen een groeiende belangstelling voor kunst en onderwijs. Deze belangstelling kwam tot uiting in de ontwikkeling van nieuwe vormen van theater, zoals de mysteriespelen, de moraliteitsspelen en de kluchten. Mysteriespelen waren gebaseerd op verhalen uit de Bijbel, terwijl moraliteitsspelen allegorische verhalen waren die morele lessen leerden. Farces waren komedies die vaak de sociale en politieke omstandigheden van die tijd hekelden.
Al deze factoren droegen bij aan de groei en populariteit van het middeleeuwse theater en leidden uiteindelijk tot de bloei van de kunstvorm in de middeleeuwen.