- Alleen mannelijke casts: Vrouwen mochten in het Elizabethaanse Engeland niet op het podium optreden, dus werden alle vrouwelijke rollen door mannen gespeeld. Dit leidde tot de ontwikkeling van een gespecialiseerde acteertechniek die bekend staat als 'jongensacteurs', die vanaf jonge leeftijd werden opgeleid om vrouwelijke personages te spelen.
- Uitgebreide kostuums: Het Elizabethaanse theater stond bekend om zijn weelderige kostuums, die vaak de sociale status en rijkdom van de personages weerspiegelden. Kostuums waren vaak gemaakt van dure stoffen en versierd met ingewikkelde borduursels, juwelen en andere versieringen.
- Minimale sets: Elizabethaanse podia waren doorgaans kaal, met weinig of geen landschap. Dit was gedeeltelijk te wijten aan het feit dat theaters vaak tijdelijke constructies waren en het onpraktisch was om uitgebreide decors te bouwen. Het gebruik van minimale sets zorgde echter voor een grotere flexibiliteit bij de enscenering en moedigde het publiek aan om hun verbeeldingskracht te gebruiken om de setting te creëren.
- Publiekparticipatie: Het Elizabethaanse publiek was vaak erg vocaal en interactief. Ze juichten, boeden en vielen de acteurs lastig, en soms gooiden ze zelfs dingen op het podium. Dit niveau van publieksparticipatie hielp bij het creëren van een gevoel van gemeenschap en opwinding in het theater.
- Improvisatie: Van Elizabethaanse acteurs werd verwacht dat ze konden improviseren en reageren op de reacties van het publiek. Dit zorgde voor veel spontaniteit en creativiteit in de optredens.
- Moraliteitslessen: Veel Elizabethaanse toneelstukken zijn geschreven om morele lessen te leren. Deze toneelstukken onderzochten vaak thema's als liefde, eer, verraad en wraak. De lessen die deze toneelstukken leerden, waren relevant voor de levens van het publiek en hielpen de morele waarden van de Elizabethaanse samenleving vorm te geven.