- In het oude Griekse en Romeinse theater Kleur speelde een belangrijke rol bij het aanduiden van karakters en hun sociale status. In het Griekse theater droeg het koor bijvoorbeeld vaak saffraankleurige gewaden, terwijl tragische helden paars droegen. In het Romeinse theater droegen de personages kleuren die hun sociale klasse weerspiegelden, waarbij senatoren paars droegen en slaven bruin of grijs.
- Tijdens de Middeleeuwen en de Renaissance werd kleurensymboliek in het theater op grote schaal gebruikt om religieuze en morele ideeën over te brengen. Rood werd bijvoorbeeld vaak gebruikt om zonde, hartstocht en geweld weer te geven, terwijl blauw werd geassocieerd met goddelijkheid, zuiverheid en waarheid.
- In de 18e en 19e eeuw werd kleur steeds belangrijker bij het creëren van sfeer en sfeer in theaterproducties. In romantische drama's werden bijvoorbeeld diepe blauwe en paarse tinten gebruikt om een gevoel van mysterie en melancholie te creëren, terwijl in komedies heldere gele en groene tinten werden gebruikt om een opgewekte en luchtige stemming op te roepen.
- Met de komst van elektrische verlichting eind 19e eeuw werd kleur in theater nog genuanceerder en verfijnder. Het gebruik van gekleurde verlichting zorgde voor meer controle over de algehele sfeer en sfeer van de productie. Ontwerpers konden nu dramatische effecten creëren door gekleurd licht op acteurs, decors en rekwisieten te werpen.
Tegenwoordig speelt kleur nog steeds een cruciale rol in theaterproducties. Het wordt gebruikt om informatie over te brengen, sfeer te creëren en de algehele visuele ervaring voor het publiek te verbeteren. Kleur is een van de meest fundamentele elementen van theater en het gebruik ervan is door de eeuwen heen geëvolueerd en aangepast om tegemoet te komen aan de behoeften en eisen van veranderende artistieke stijlen en praktijken.