- Mannen droegen rijbroeken, leggings en mocassins.
- Vrouwen droegen lange rokken, blouses en jassen.
- Kleding was gemaakt van dierenhuiden en versierd met kralen, schelpen en veren.
Sieraden
- Mannen en vrouwen droegen oorbellen, halskettingen en armbanden.
- Sieraden zijn gemaakt van zilver, koper en schelp.
Kapsels
- Mannen droegen hun haar lang en los.
- Vrouwen droegen hun haar in vlechten of knotjes.
Schmink
- Mannen en vrouwen schilderden hun gezichten met rode, zwarte en witte verf.
- De verf had verschillende betekenissen, zoals het aangeven van status of rang binnen de stam.