1. De hypocriet: Tartuffe zelf is een voorbeeld van het stereotype van de hypocriet. Hij doet zich voor als een vroom en heilig persoon om het vertrouwen en de gunst van anderen te winnen, vooral de goedgelovige Orgon. Hij gebruikt religieuze taal en gedrag als façade om de mensen om hem heen te manipuleren en te misleiden.
2. De goedgelovige dwaas: Orgon, de hoofdpersoon van het stuk, belichaamt het stereotype van de goedgelovige dwaas. Hij laat zich gemakkelijk beïnvloeden door Tartuffe's valse vroomheid en charisma, ondanks de waarschuwingen en vermoedens van anderen, inclusief zijn familie en vrienden. Orgons blinde vertrouwen in Tartuffe zorgt ervoor dat hij dwaze beslissingen neemt die negatieve gevolgen hebben voor hemzelf en de mensen om hem heen.