1. Brutus: Brutus is een zeer gerespecteerde edelman die bekend staat om zijn integriteit, eer en liefde voor Rome. Shakespeare schildert hem af als een conflicterend personage dat worstelt met zijn persoonlijke loyaliteit aan Caesar en zijn plicht jegens de republiek. De besluiteloosheid en het idealisme van Brutus leiden uiteindelijk tot zijn ondergang, en zijn vertolking kan sympathie en bewondering oproepen voor zijn nobele bedoelingen, terwijl hij ook de gevolgen van overhaaste acties benadrukt.
2. Cassius: Cassius is een sluwe en ambitieuze edelman die Brutus manipuleert om zich bij de samenzwering tegen Caesar aan te sluiten. Shakespeare portretteert hem als een ervaren manipulator en redenaar die zijn intelligentie gebruikt om anderen te beïnvloeden. Hoewel Cassius' plannen en honger naar macht hem onbetrouwbaar kunnen doen lijken, maakt zijn oprechte zorg voor het welzijn van Rome zijn karakter complexer.
3. Marcus Antonius: Antony is een charismatische en welsprekende edelman die na de moord op Caesar naar voren komt als een geduchte tegenstander van de samenzweerders. Shakespeare schildert hem af als een bekwaam politicus die met zijn woorden de menigte weet te beïnvloeden. Antony's transformatie van een loyale vriend van Caesar naar een wraakzuchtige vijand benadrukt zijn politieke opportunisme en sluwe karakter.
4. Octavius Caesar: Octavius, ook bekend als Augustus, is de geadopteerde erfgenaam van Julius Caesar en wordt een van de driemanschap die Rome regeert na de dood van Caesar. Shakespeare portretteert hem als een slimme en ambitieuze jongeman die bereid is alle middelen te gebruiken die nodig zijn om zijn macht veilig te stellen. Hoewel de meedogenloosheid en honger naar macht van Octavius hem meedogenloos kunnen laten lijken, suggereren zijn intelligentie en politiek inzicht dat hij mogelijk een bekwame leider is.
5. Cicero: Cicero is een gerespecteerd senator en redenaar die kort in het stuk voorkomt. Shakespeare portretteert hem als een stem van rede en gematigdheid, maar hij wordt uiteindelijk buitenspel gezet door de meer ambitieuze en meedogenloze edellieden. Cicero's marginalisering benadrukt het verval van republikeinse idealen en de opkomst van persoonlijke ambitie in de Romeinse politiek.
Over het geheel genomen biedt Shakespeares weergave van de edellieden in 'Julius Caesar' een genuanceerde verkenning van macht, ambitie, loyaliteit en de complexiteit van de menselijke natuur. De acties en motivaties van deze personages kunnen een scala aan emoties oproepen, van bewondering en sympathie tot scepticisme en afkeuring, waardoor het publiek wordt aangezet om na te denken over de wisselwerking tussen persoonlijke verlangens en het grotere goed in politieke en maatschappelijke contexten.