Gemeenschappelijke elementen:
* jurk: Een eenvoudige jurk met knielengte met een gepast lijfje en een volle rok.
* schort: Vaak wit, met een slabbetje voor- en strings snaren. Dit werd als essentieel beschouwd voor bescherming tegen morsen en vlekken.
* cap: Een kleine, witte dop gedragen op het hoofd, ofwel vastgebonden onder de kin of op zijn plaats gehouden met Bobby Pins.
* Witte handschoenen: Handschoenen werden typisch gedragen, vaak gemaakt van katoen of een soortgelijk lichtgewicht materiaal.
* Witte schoenen: Oxfords of andere schoenen met gesloten teen, meestal wit, waren het standaardschoenen.
variaties:
* kleur: Hoewel wit de meest voorkomende kleur was, dragen sommige meidenjurken misschien in andere kleuren zoals blauw, groen of zwart.
* kraag: Sommige jurken hadden kragen, soms met kant of trim, terwijl anderen kraagloos waren.
* mouwen: Mouwen kunnen kort, ¾ lengte of lang zijn.
* Details: Sommige jurken kunnen knoppen, ritsen of andere decoratieve accenten bevatten.
Opmerking: De specifieke kleding die door dienstmeisjes wordt gedragen, kan variëren, afhankelijk van de voorkeuren van de individuele werkgever en het type huishouden waarin ze werkten. Een meid die in een meer formele omgeving werkt, kan bijvoorbeeld een meer uitgebreide jurk dragen met meer franjes en kant.
Het is belangrijk om te onthouden: De vroege jaren zestig was een tijdstip van overgang. Terwijl het uniform van de traditionele meid nog steeds heerst, begonnen de opkomst van de "mod" -look en de veranderende rollen van vrouwen modetrends te beïnvloeden, ook voor huishoudelijk personeel.