Akte 1
Het is carnavalstijd in Venetië. Op een plein bij het Dogenpaleis viert een groep mensen feest. Onder hen zijn de jonge geliefden, Urbain en Agathe. Urbain is een Franse schilder die naar Venetië is gekomen om te studeren. Agathe is de dochter van een Venetiaanse senator. Ze zijn diep verliefd, maar hun liefde is verboden. Agathe's vader heeft haar hand beloofd aan een rijke edelman, maar ze houdt van Urbain.
Urbain en Agathe besluiten weg te lopen. Ze ontmoeten elkaar in een gondel en roeien weg van Venetië. Ze worden echter al snel gepakt door Agathe's vader en zijn mannen. Agathe wordt teruggebracht naar het huis van haar vader en Urbain wordt gearresteerd.
Akte 2
Urban wordt naar de gevangenis gebracht. Hij krijgt bezoek van Agathe, die hem smeekt om met haar te ontsnappen. Urbain weigert, wetende dat hij Agathe alleen maar meer in gevaar zou brengen.
Urbain wordt ter dood veroordeeld. Op de dag van zijn executie krijgt hij een laatste kans om zijn misdaden te bekennen. Urbain weigert en hij wordt onthoofd.
Akte 3
Agathe is diepbedroefd over de dood van Urbain. Ze besluit een klooster in te gaan. Maar voordat ze dat doet, gaat ze naar de gevangenis waar Urbain werd geëxecuteerd. Ze ziet zijn graf en legt er een bloem op.
Terwijl Agathe de gevangenis verlaat, ziet ze de geest van Urbain. Hij vertelt haar dat hij eindelijk vrij is en dat ze voor altijd samen zullen zijn. Agathe wordt hierdoor getroost en ze gaat het klooster binnen.