Componisten gebruiken opusnummers om hun muziekwerken systematisch te ordenen, waarbij ze doorgaans volgnummers toewijzen aan hun belangrijkste composities, zoals symfonieën, concerten, sonates, strijkkwartetten en andere grotere stukken. Door een opusnummer aan de titel van een compositie toe te voegen, bieden componisten een gestandaardiseerde en gemakkelijke manier om hun werken te identificeren en te catalogiseren.
Bijvoorbeeld:
- Ludwig van Beethovens Symfonie nr. 5 is algemeen bekend als "Beethovens Symfonie nr. 5 in c mineur, op. 67."
- Pjotr Iljitsj Tsjaikovski's pianoconcert nr. 1 wordt vaak "Tsjaikovsky's pianoconcert nr. 1 in bes mineur, opus 23" genoemd.
Opusnummers worden over het algemeen chronologisch toegewezen op basis van de volgorde waarin de composities door de componist zijn gepubliceerd of voltooid. Sommige componisten kunnen er echter om verschillende redenen voor kiezen om opusnummers niet in de juiste volgorde toe te kennen, bijvoorbeeld bij het herzien van een eerder werk of het postuum publiceren van een compositie.
Het gebruik van opusnummers helpt bij het catalogiseren en ordenen van de werken van componisten, waardoor ze gemakkelijker te bestuderen, te bespreken, uit te voeren en te raadplegen zijn binnen de muziekgeschiedenis. Het stelt wetenschappers, artiesten en publiek ook in staat de chronologie en ontwikkeling van de muzikale output van een componist in de loop van de tijd te begrijpen.