Een van de beroemdste beschrijvingen van Mozart komt van zijn vriend, de componist Johann Baptist Cramer. Cramer schreef dat Mozart ‘klein van gestalte was, mager en bleek, met een langwerpig gezicht; kleine, doordringende blauwe ogen; en een overvloed aan licht haar. Zijn gelaat was nogal streng en ernstig, maar als hij glimlachte was er een merkwaardige zoetheid en welwillendheid erin."
Een andere beschrijving van Mozart komt van zijn zus, Maria Anna. Ze schreef dat Mozart ‘klein en dun was, met een groot hoofd en een lange nek. Zijn haar was lichtbruin en gekruld. Zijn ogen waren blauw en zijn neus was lang. Hij had een kleine mond en een kin die enigszins spits was. "
Ten slotte is er een beschrijving van Mozart door de arts die hem tijdens zijn laatste ziekte verzorgde. De dokter schreef dat Mozart ‘een klein postuur had, met een goed geproportioneerd hoofd en een delicaat lichaam. Zijn haar was lichtbruin en zijn ogen waren diepblauw. Zijn neus was lang en dun, en zijn kin was klein. en puntig. Zijn bovenlip was iets langer dan zijn onderlip, en hij had een uitgesproken adamsappel.'
Over het geheel genomen lijkt het duidelijk dat Mozart een kleine, tengere man was met een bleke huidskleur, blauwe ogen en lichtbruin haar. Hij had een lange, dunne neus, een kleine, spitse kin en een uitgesproken adamsappel.