* Voorbeeld:"Tijd is een rivier."
* Vergelijking: Een vergelijking tussen twee verschillende objecten die de woorden like of as gebruiken.
* Voorbeeld:"De lucht is zo blauw als de oceaan."
* Personificatie: Het geven van menselijke eigenschappen aan een dier, object of idee.
* Voorbeeld:"De wind fluisterde door de bomen."
* Hyperbool: Een overdrijving om de nadruk te leggen.
* Voorbeeld:"Ik lachte zo hard dat ik huilde."
* understatement: Een bewust understatement voor de nadruk.
* Voorbeeld:"Het was een beetje koud buiten."
* Oxymoron: Een combinatie van twee tegenstrijdige termen.
* Voorbeeld:"jumbogarnalen"
* Alliteratie: De herhaling van hetzelfde beginmedeklinkergeluid in een reeks woorden.
* Voorbeeld:"Peter Piper plukte een stukje ingelegde paprika."