In de Vlaamse velden waaien de klaprozen
Tussen de kruisen, rij op rij,
Dat markeert onze plaats; en in de lucht
De leeuweriken, nog steeds dapper zingend, vliegen
Nauwelijks gehoord tussen de kanonnen beneden.
Wij zijn de doden. Korte dagen geleden
We leefden, voelden de dageraad, zagen de zonsondergang gloeien,
Hield van, en werd geliefd, en nu liegen we
In de Vlaamse velden.
Pak onze ruzie met de vijand aan:
Naar jou uit falende handen gooien we
De fakkel; wees van jou om het hoog te houden.
Als u het vertrouwen verbreekt met ons die sterven
We zullen niet slapen, ook al groeien de klaprozen
In de Vlaamse velden.
Achtergrond
John McCrae was een Canadese arts en soldaat die diende in de Eerste Wereldoorlog. Hij schreef het gedicht "In Flanders Fields" op 3 mei 1915, nadat hij getuige was geweest van de dood van een vriend in de Slag om Ieper. Het gedicht werd op 8 december 1915 gepubliceerd in het tijdschrift Punch en werd al snel een van de beroemdste gedichten van de oorlog.
McCrae werd geïnspireerd om het gedicht te schrijven nadat hij de velden van Vlaanderen bedekt met klaprozen had gezien. Hij werd getroffen door het contrast tussen de schoonheid van de bloemen en de verschrikkingen van de oorlog. Het gedicht is een eerbetoon aan de gevallen soldaten en een oproep tot vrede.
"In Flanders Fields" is in meer dan 100 talen vertaald en heeft als inspiratiebron gediend voor vele kunstwerken en muziek. Het wordt beschouwd als een van de belangrijkste gedichten van de twintigste eeuw.