1. Geen gewone meter: De regels van een vrij versgedicht hebben geen consistent patroon van beklemtoonde en onbeklemtoonde lettergrepen.
2. Geen rijm: Er zijn geen herhalende geluidspatronen aan het einde van de regels.
3. Gevarieerde lijnlengtes: De lengte van de lijnen kan variëren van zeer kort tot zeer lang.
4. Enjambement: Vrije versgedichten bevatten vaak 'enjambement', waarbij een zin of zin zonder pauze van de ene regel naar de volgende overgaat.