In een land waar dromen wonen,
Waar helden stoutmoedig naast elkaar lopen,
Een verhaal over liefde en een grote zoektocht,
Wacht in vers, je hart om te arresteren.
De held, dapper met zwaard en schild,
Zullen dappere gevechten hevig zijn, toegeven,
Temidden van de bossen, donker en diep,
Waar onnoemelijke mysteries verborgen blijven.
Een prinsessenbeurs, van zeldzame schoonheid,
Met ongeëvenaarde gratie en vriendelijkheid,
In een hoog kasteel moet ze gered worden,
Van een kwade betovering die tot slaaf is gemaakt.
De held laat zijn hart gloeien,
Om de vloek te verbreken en de liefde te laten groeien,
Door onbekende landen zal hij rondzwerven,
Om de prinses veilig thuis te brengen.
Hij vaart over de uitgestrekte oceanen,
Op schepen die de ontploffing van de storm trotseren,
Naar verre kusten, waar legendes lagen,
Van oude schatten, verloren en grijs.
In donkere kerkers, met ketenen opgesloten,
De prinses wacht, met gedefinieerde hoop,
Haar hart klopt wild, haar geest sterk,
Voor de redding van de held, waar liefde thuishoort.
Met het zwaard uit de schede vecht hij zich door,
Angsten overwonnen, moed hernieuwd,
Hij bereikt haar, met een nobele kreet,
Hun liefde is onverzettelijk en stijgt hoog.
Te midden van het gejuich en het vrolijke geluid,
Het koninkrijk triomfeert, liefde beroemd,
De held en prinses, voor altijd,
In een verhaal vol avontuur en liefde in overvloed!
Dus laat het lied van deze ballad inspireren,
Om te dromen en te zoeken wat harten verlangen,
Omdat liefde en avontuur met elkaar verweven zijn,
Zal voor altijd, in vers, eraan herinneren.