Naidu's gedicht viert het rijke culturele erfgoed van India en brengt hulde aan de textielindustrie, die een belangrijk onderdeel is van de economie en cultuur van het land.
Ze beschrijft dat de wevers 'magische vingers' hebben die draden van katoen of wol kunnen omzetten in prachtige stoffen die 'zacht zijn als het gefluister van de zuidelijke bries' en 'delicaat als de bloemblaadjes'.
Naidu legt ook het kunstenaarschap van de wevers vast in haar gebruik van beelden en levendige taal. Ze noemt hun werk 'een symfonie van kleuren', een 'dans van shuttles' en een 'lied van vreugde'.
Het gedicht benadrukt ook het belang van deze stoffen in de Indiase samenleving en cultuur. Ze worden niet alleen gebruikt voor kleding, maar ook voor wandtapijten, wandkleden en andere decoratieve voorwerpen. Naidu's gedicht draagt bij aan het creëren van een gevoel van trots op de Indiase cultuur en het Indiase erfgoed, omdat het de vaardigheden, het kunstenaarschap en de toewijding van de wevers van het land viert.
Samenvattend is het centrale thema van 'Indian Weavers' een viering van de schoonheid van Indiase handgeweven stoffen en het kunstenaarschap en de toewijding van de wevers die ze maken, waarbij het belang ervan in de Indiase samenleving en cultuur wordt benadrukt.