Vermoeide Blues (1926): Dit gedicht legt de strijd en de veerkracht van Afro-Amerikanen vast in het licht van racisme en onderdrukking tijdens de Harlem Renaissance. De hoofdpersoon probeert troost te vinden via muziek, maar de last van discriminatie en het harde leven wegen zwaar op hem.
De neger spreekt over de rivier (1921): Het gedicht onderzoekt de connectie van Afro-Amerikanen met geschiedenis, kracht en overleving door de beelden van rivieren en de ervaringen van Afrikaanse voorouders. Het spreekt over de gedeelde ervaringen en culturele wortels die Afro-Amerikanen samenbinden.
Moeder op zoon (1922): Dit gedicht brengt de strijd, het doorzettingsvermogen en de opofferingen over van een moeder die haar zoon door de uitdagingen van het leven probeert te leiden. De spreker moedigt de zoon aan om ondanks ontberingen vooruit te blijven gaan, wat de strijd en vastberadenheid van Afro-Amerikanen aan het begin van de 20e eeuw weerspiegelt.
Verhef elke stem en zing (1905): Dit gedicht, ook wel bekend als het ‘Negro National Anthem’, drukt trots, hoop en eenheid uit onder Afro-Amerikanen. Het werd uitgevoerd aan het einde van de NAACP-conferentie van 1909 en werd een volkslied voor de Civil Rights Movement.
Deze gedichten sluiten aan bij de tijd van Hughes door de politieke en sociale bewegingen, raciale vooroordelen en culturele identiteitsverkenning te weerspiegelen die tijdens de Harlem Renaissance wijdverspreid waren. Hughes gebruikte poëzie als middel om sociaal commentaar te geven, de Afro-Amerikaanse erfenis te vieren en het bewustzijn over raciale kwesties te vergroten.