Arts >> Kunst en amusement >  >> Boeken >> Poëzie

Welke poëtische middelen zitten er in Een sprookjeslied Shakespeare?

Rijm :Elk van de vier regels in elke strofe eindigt met een woord dat rijmt op het woord aan het einde van de regel ervoor.

> De rousselaan, zo zwart van kleur,

> Met oranje-geelbruine snavel,

> De throstle met zijn toon zo waar,

> Het winterkoninkje met kleine veer

Alliteratie :De herhaling van hetzelfde geluid aan het begin van twee of meer woorden.

> "zwart" en "snavel"

> "throstle" en "true"

> "winterkoninkje" en "met"

Assonantie :De herhaling van een klinker in twee of meer woorden.

> "De" en "zo"

> "oranje-geelbruin" en "snavel"

> "opmerking" en "waar"

Metafoor: Een vergelijking tussen twee ongelijke dingen waarbij de woorden like of as niet worden gebruikt.

> "De ousselhaan, zo zwart van kleur,"

De rouselhaan wordt vergeleken met iets dat zwart is.

Personificatie :Het geven van menselijke eigenschappen aan een dier of object.

> "De throstle met zijn toon zo waar,"

De throstle wordt gegeven aan de menselijke kwaliteit van het hebben van een stem die waar is.

Poëzie

Verwante categorieën