In stilte verzamelt ze schelpen
in een tijd als deze. Wij nooit
wil dat er iets groeit.
Mijn zus legt ze voorzichtig neer. Eén na
één op het nachtkastje zodat ze naar haar slaap kunnen luisteren.
Kon ik maar iets geven.
Haar kamer op orde - niet zo donker:
deze zou ik geweldig vinden
om het zout te zien en te ruiken dat aan hun lichaam kleeft,
hoor daarin het lied waarvan ik dacht dat het dood en begraven was. Dat waarvoor ze hier zijn
het moment om alleen maar te zeggen:dit was de zee. Dit is water van God.