1. Om een gevoel van tijd en plaats te creëren :Kleding kan worden gebruikt om de tijdsperiode en locatie aan te geven waarin een verhaal zich afspeelt. Een personage dat een Victoriaanse jurk draagt, zou bijvoorbeeld suggereren dat het verhaal zich in de 19e eeuw afspeelt, terwijl een personage dat een modern pak draagt, zou suggereren dat het verhaal zich in de huidige tijd afspeelt.
2. Om de sociale status of het beroep van een personage vast te stellen :Kleding kan aanwijzingen geven over de sociale status of het beroep van een personage. Een personage dat dure merkkleding draagt, kan bijvoorbeeld rijk of hooggeplaatst zijn, terwijl een personage dat een vies uniform draagt een arbeider of een gevangene kan zijn.
3. Om de persoonlijkheid van een personage te onthullen :Kleding kan ook aspecten van de persoonlijkheid van een personage onthullen. Een personage dat heldere en kleurrijke kleding draagt, kan bijvoorbeeld extravert en zelfverzekerd zijn, terwijl een personage dat donkere en sombere kleding draagt, meer gereserveerd of introspectief kan zijn.
4. Om een stemming of sfeer te creëren :De kleding die door personages wordt gedragen, kan helpen de sfeer van een scène te bepalen. Een personage dat een witte trouwjurk draagt, kan bijvoorbeeld een gevoel van puurheid en onschuld creëren, terwijl een personage dat een zwart pak draagt een gevoel van mysterie of gevaar kan creëren.
5. Om gebeurtenissen te symboliseren of vooraf te voorspellen :Kleding kan soms symbolisch worden gebruikt om toekomstige gebeurtenissen in het verhaal te voorspellen of erop te wijzen. Een personage dat een rode sjaal draagt, kan bijvoorbeeld een voorafschaduwing zijn van een gewelddadige of bloedige gebeurtenis.