Wat deed een staljongen in de tijd van Shakespeare?
In de tijd van Shakespeare was een staljongen verantwoordelijk voor de verzorging van paarden in een stal. Dit omvat taken zoals het voeren, drenken, verzorgen en schoonmaken van de paarden, maar ook het uitmesten van de stallen en het netjes houden van de stal. Ook hielpen staljongens de hoefsmid met het beslaan van de paarden en met het opzadelen en teugels wanneer dat nodig was. Ze hielpen ook met het trainen van de paarden door ermee te lopen of te rijden.
Stabiele jongens waren doorgaans jonge jongens tussen de 12 en 16 jaar oud, en waren vaak leerlingen of bedienden. Ze werkten lange dagen, vaak beginnend vóór zonsopgang en doorgaand tot laat in de nacht. Ondanks het harde werk werd het staljongenschap als een waardevol beroep beschouwd, omdat het de kans bood om over paarden te leren en hoe je ermee om moest gaan.