1. Vroege carrière (1590-1600):
De vroege carrière van Shakespeare werd gekenmerkt door historische toneelstukken en komedies, waarin zijn beheersing van taal, humor en karakterontwikkeling werd getoond. Enkele opmerkelijke werken uit deze periode zijn onder meer:
- "De liefdesarbeid is verloren"
- "Het temmen van de feeks"
- "Een midzomernachtdroom"
- "De koopman van Venetië"
2. Middenperiode (1600-1608):
Tijdens deze fase werden de toneelstukken van Shakespeare volwassener, waarbij diepere thema's als liefde, tragedie en de menselijke natuur werden onderzocht. Enkele van de meest gevierde werken uit deze periode zijn onder meer:
- "Gehucht"
- "Othello"
- "Koning Lear"
- "Macbeth"
- "Antonius en Cleopatra"
3. Late periode (1608-1613):
Shakespeare's latere werken gingen over in de richting van romantiek, tragikomedies en samenwerkingen met andere toneelschrijvers. Opmerkelijke toneelstukken uit deze periode zijn onder meer:
- "De storm"
- "Het winterverhaal"
- "Cymbelijn"
- "Hendrik VIII"
- "Pericles, Prins van Tyrus"
Gedurende zijn hele carrière behaalde Shakespeare enorm succes en populariteit. Zijn toneelstukken werden regelmatig uitgevoerd door de Lord Chamberlain's Men, later bekend als de King's Men, in het Globe Theatre en op andere locaties. De werken van Shakespeare kregen niet alleen in Londen maar ook in heel Engeland veel bijval, waardoor hij een van de meest gevierde toneelschrijvers van zijn tijd en daarbuiten werd.
Het is moeilijk om een specifiek tijdstip aan te wijzen waarop Shakespeare ‘het meest succesvol’ was, aangezien zijn werken door de eeuwen heen een blijvende populariteit hebben genoten. De periode tussen 1599 en 1613 wordt echter vaak beschouwd als zijn meest productieve en succesvolle fase, waarin hij veel van zijn grootste toneelstukken schreef en brede erkenning en bijval kreeg.