Zijn of niet zijn:dat is de vraag:
Of het nobeler is om te lijden
De slingers en pijlen van een buitensporig fortuin,
Of om de wapens op te nemen tegen een zee van problemen,
En door zich te verzetten, een einde maken aan hen? Sterven – slapen –
Niet meer - en door een slaap om te zeggen dat we eindigen
Het hartzeer en de duizend natuurlijke schokken
Dat vlees is erfgenaam van, het is een voleinding
Vrom om gewenst te zijn. Sterven, slapen –
Om te slapen, misschien om te dromen:ja, daar zit het probleem,
Want welke dromen kunnen er in die doodsslaap komen
Wanneer we deze sterfelijke spiraal van ons af hebben geschud,
Moet ons een pauze geven. Daar is het respect
Dat maakt een zo lang leven rampzalig.
Want wie zou de zwepen en minachtingen van de tijd verdragen,
De onderdrukker heeft ongelijk, de trotse man is verachtelijk,
De pijn van verachte liefde, het uitstel van de wet,
De onbeschaamdheid van het ambt en de minachting
Die geduldige verdienste van de onwaardige opnames,
Wanneer hij zelf zijn stilte zou kunnen maken
Met een blote bodkin? Wie zou Fardels verdragen,
Om te grommen en te zweten onder een vermoeid leven,
Maar dat de angst voor iets na de dood,
Het onontdekte land, van wiens oorsprong
Geen reiziger keert terug, brengt de wil in verwarring,
En zorgt ervoor dat we de kwalen die we hebben liever verdragen
Dan naar anderen vliegen waarvan we niets weten?
Hieronder staan uitspraken over het verstrekte fragment. Welke twee zijn _waar?_
A. Hamlets centrale vraag betreft de keuze tussen leven en dood
B. Deze monoloog geeft uitdrukking aan een positieve filosofie die de lezer aanmoedigt ‘de wapens op te nemen tegen een zee van problemen’.
C. Hamlets grootste zorg bij het overwegen van de dood heeft te maken met de eeuwige straf
D. Hamlet vindt meer reden om te leven dan om te sterven
De juiste antwoorden zijn:
**A. Hamlets centrale vraag betreft de keuze tussen leven en dood
D. Hamlet vindt meer reden om te leven dan om te sterven**