Voorbeelden van dynamiek in dans zijn onder meer:
- Sterk en zwak: Een danser kan snelle en plotselinge bewegingen uitvoeren en vervolgens overgaan in soepele en gecontroleerde bewegingen.
- Zwaar en licht: Een danser kan zijn lichaamsgewicht met moeite optillen en verplaatsen, en vervolgens overgaan op zachtere en vloeiendere bewegingen.
- Snel en langzaam: Een dans kan periodes van snelle en energieke stappen omvatten, gevolgd door momenten van stilte of slow-motion bewegingen.
- Plotseling en geleidelijk: Een danser kan overschakelen van plotselinge, onverwachte bewegingen naar geleidelijke, vloeiende overgangen.
Door deze elementen te manipuleren kunnen dansers dynamische voorstellingen creëren die het publiek boeien en de gewenste artistieke expressie overbrengen.