1. Toprock: Dit zijn al uw bewegingen terwijl u opstaat, en dit is het deel dat de meeste persoonlijkheid en stijl bevat.
- Steen, papier, schaarachtige gebaren met je armen
- Met je voeten schuifelen
- Hoppen
- Lopen
- Overslaan
- Springen
2. Naar beneden gaan: Dit is het deel van de dans dat op je handen en rug wordt uitgevoerd.
- Backspin
- Hoofdspin
- Handglijder
3. Krachtbewegingen: Het gaat hierbij om explosieve bewegingen en snelle overgangen tussen bewegingen.
- Flippen
- Luchtfakkels
4. Bevriest: Dit zijn atletische prestaties waarbij je een positie langere tijd moet behouden.
- Babybevriezen
- Stoel bevriest