- "Geen hay nada nuevo" (Er is niets nieuws)
- "Todo sigue igual" (Alles is nog steeds hetzelfde)
- "Hooi algunas cosas nuevas" (Er zijn een paar nieuwe dingen)
- "¿Qué quieres saber?" (Wat wil je weten?)
- "No sé, ¿tú qué sabes?" (Ik weet het niet, wat weet jij?)