De roda bestaat typisch uit een cirkel van capoeirista's, met twee spelers tegelijk tegenover elkaar in het midden, die acrobatische bewegingen, trappen en ontwijkingsmanoeuvres uitvoeren terwijl ze dicht bij de grond blijven. Andere capoeirista's vormen de omringende cirkel, bespelen muziekinstrumenten (berimbau, atabaque, pandeiro en agogô) en zingen traditionele liederen om een levendige en energieke sfeer te creëren.
Het belangrijkste kenmerk van de roda is het interactieve en improviserende karakter ervan. Capoeira wordt vaak een 'spel' genoemd en de roda biedt spelers de ruimte om hun individualiteit, creativiteit en technische vaardigheden te uiten. De ene capoeirista begint met het betreden van de cirkel en nodigt een andere uit om zich bij de kring aan te sluiten. Vervolgens gaan ze een speelse en ritmische dialoog van bewegingen aan, waarbij ze snel voetenwerk, trappen en lichaamsontwijkingen gebruiken, terwijl ze in een continue bewegingsstroom blijven.
Binnen de roda wordt de uitwisseling tussen capoeirista's beheerst door een reeks ongeschreven regels en etiquettes. Capoeirista's tonen respect voor elkaar, behouden een goede sportiviteit en vermijden overmatige agressie of schadelijke technieken. De roda is ook een plek om te leren, aangezien ervaren spelers begeleiding, mentorschap en advies kunnen bieden aan nieuwkomers en minder ervaren capoeirista's.
De roda in capoeira dient niet alleen als oefenterrein, maar fungeert ook als een sociale bijeenkomst, waarbij capoeiristas samenkomen om hun liefde voor de kunst te delen, verbinding te maken met hun culturele wortels en de vreugde en gemeenschapszin te vieren die capoeira belichaamt.