2. Minimalisatie :Dit is wanneer iemand erkent dat er iets is gebeurd, maar het belang of de betekenis ervan bagatelliseert.
3. Rationalisatie :Dit is wanneer iemand een logische verklaring geeft waarom iets is gebeurd, zelfs als de verklaring feitelijk niet geldig is.
4. Projectie :Dit is wanneer iemand zijn eigen gevoelens en gedachten aan iemand anders toeschrijft.
5. Verplaatsing :Dit is wanneer iemand zijn gevoelens en gedachten van de ene persoon of het andere naar het andere stuurt.
6. Reactievorming :Dit is wanneer iemand gevoelens en gedachten uitdrukt die het tegenovergestelde zijn van wat hij/zij werkelijk voelt.
7. Sublimatie :Dit is wanneer iemand zijn onaanvaardbare gevoelens en gedachten kanaliseert in sociaal aanvaardbaarder gedrag.
8. Repressie :Dit is wanneer iemand onbewust een verontrustende of ongemakkelijke gedachte, gevoel of herinnering uit het bewustzijn duwt.
9. Dissociatie :Dit is wanneer iemand een gevoel van onthechting voelt van zijn eigen gedachten, gevoelens of omgeving.
10. Somatisatie :Dit is wanneer iemand lichamelijke klachten ervaart die het gevolg zijn van psychische problemen.