* Valluiken: Hierdoor konden acteurs snel en gemakkelijk van het toneel verschijnen of verdwijnen. Ze werden vaak gebruikt voor in- en uitgangen, maar ook voor verrassende onthullingen.
* Vliegende apparaten: Deze werden gebruikt om acteurs te laten vliegen of zweven in de lucht. Ze werden vaak gebruikt voor scènes met goden of andere bovennatuurlijke wezens.
* Speciale verlichting: Het Globe Theatre gebruikte verschillende lichttechnieken om verschillende effecten te creëren. Zo gebruikten ze kaarsen en fakkels om een realistisch vuureffect te creëren, en gebruikten ze gekleurd glas om verschillende sferen te creëren.
* Geluidseffecten: Het Globe Theatre gebruikte verschillende geluidseffecten om een realistische sfeer te creëren. Ze gebruikten bijvoorbeeld trommels en gongs om het geluid van de donder te creëren, en ze gebruikten dierenhuiden om het geluid van de wind te creëren.
Deze speciale effecten hielpen de toneelstukken in het Globe Theatre spannender en boeiender te maken voor het publiek. Ze hielpen ook bij het creëren van een gevoel van ontzag en verwondering, wat essentieel was voor veel van de toneelstukken die werden opgevoerd.