* Jezelf op een humoristische manier belachelijk maken.
2. Observationele humor
* Grappen maken over alledaagse observaties of ervaringen.
3. Fysieke humor
* Het gebruik van fysieke komedie, zoals slapstick, om humor te creëren.
4. Woordspelhumor
* Gebruik woordspelingen, woordspelingen en andere taaltrucs om humor te creëren.
5. Parodiehumor
* Het creëren van humoristische imitaties of satires van andere kunstwerken, literatuur of media.
6. Ironische humor
* Ironie, sarcasme of andere vormen van woordspel gebruiken om humor te creëren.
7. Surrealistische humor
* Het gebruiken van onverwachte, absurde of onzinnige situaties of ideeën om humor te creëren.