Hier zijn de belangrijkste elementen van het interne conflict van John Proctor:
1. Moreel dilemma :Proctor wordt heen en weer geslingerd tussen het bekennen van hekserij, waarvan hij weet dat het zijn leven zou redden, en het beschermen van zijn persoonlijke integriteit en de waarheid. Hij begrijpt dat het toegeven aan een valse misdaad een verraad zou zijn aan zijn eigen overtuigingen en het onrecht dat Salem heeft overvallen, zou bestendigen.
2. Schuld en schaamte :Proctors affaire met Abigail Williams, die plaatsvond tijdens de afwezigheid van zijn vrouw Elizabeth, drukt zwaar op zijn geweten. Hij voelt zich diep schuldig over zijn ontrouw, die verweven raakt met zijn interne strijd tijdens de heksenprocessen.
3. Verlangen naar waarheid en gerechtigheid :Ondanks de persoonlijke risico's voelt Proctor zich genoodzaakt op te komen voor wat hij weet dat waar en rechtvaardig is. Hij is bereid zijn reputatie, het welzijn van zijn familie en zelfs zijn eigen leven op het spel te zetten om de valse beschuldigingen aan het licht te brengen en gerechtigheid voor de onschuldigen te brengen.
4. Angst om anderen te impliceren :Proctor wordt verscheurd tussen het beschermen van zichzelf en zijn familie en het blootleggen van de waarheid over Abigail Williams en de andere aanklagers. Hij vreest dat het onthullen van de waarheid niet alleen hemzelf in gevaar kan brengen, maar ook degenen die hem hebben gesteund, zoals Mary Warren.
5. Conflict met autoriteit :Het interne conflict van Proctor strekt zich ook uit tot zijn gespannen relatie met de gezagsdragers in Salem, met name rechter Danforth en dominee Parris. Hij trekt hun motieven en methoden in twijfel en is gedesillusioneerd door hun bereidheid om onschuldige individuen te veroordelen op basis van spookachtig bewijsmateriaal.
Naarmate het stuk vordert, wordt het interne conflict van Proctor heviger en bereikt het zijn hoogtepunt tijdens zijn proces. Hij moet kiezen tussen zichzelf redden door zich te onderwerpen aan de eisen van de rechtbank, of zijn principes opofferen en zich uitspreken tegen het onrecht, terwijl hij heel goed weet dat zijn daden tot zijn ondergang kunnen leiden.