2. Economische problemen: De puriteinen waren geen rijke mensen, en ze hadden vaak moeite om in New England de kost te verdienen. Het land was moeilijk te bewerken en het klimaat was hard.
3. Ziekte: De puriteinen werden ook geplaagd door ziekten. Pokken, mazelen en andere infectieziekten kwamen veel voor, en waren vaak fataal.
4. Indiaanse aanvallen: De puriteinen waren ook voortdurend in oorlog met de indianen. De indianen hadden een hekel aan de invasie van de puriteinen op hun land, en ze vielen vaak puriteinse nederzettingen aan.
5. Hekserij: De puriteinen geloofden ook in hekserij en beschuldigden onschuldige mensen er vaak van heksen te zijn. Dit leidde tot de heksenprocessen in Salem, waarbij twintig mensen werden geëxecuteerd.
6. Intern conflict: De puriteinen vormden geen monolithische groep en waren het vaak met elkaar oneens. Dit leidde tot conflicten binnen de puriteinse gemeenschap, die soms uitmondden in geweld.