Aan het begin van Act V, Scène 1, confronteren Cassius en zijn leger de naderende troepen van Antonius en Octavius. Ondanks zijn pessimistische voorgevoelens leidt Cassius de aanval in de strijd, aangewakkerd door zijn verlangen naar wraak voor de dood van Caesar. De strijd verloopt echter niet zoals gepland. De troepen van Brutus zijn aanvankelijk succesvol, maar Cassius 'vleugel van het leger is in de minderheid en wordt overvleugeld door de soldaten van Antony.
Te midden van de chaos en verwarring interpreteert Cassius een signaal van Brutus verkeerd en gaat ervan uit dat zijn kameraad verslagen is. In de overtuiging dat de zaak verloren is en ervan overtuigd dat hij gevangenneming en vernedering niet kan verdragen, besluit Cassius zelfmoord te plegen. Hij valt in zijn zwaard en sterft, waardoor hij de eerste van de samenzweerders is die omkomt.
De dood van Cassius heeft een enorme betekenis voor het stuk. Het onderstreept de nutteloosheid van de samenzwering en het tragische lot dat de deelnemers overkomt. Het tragische einde van Cassius dient ook als commentaar op de inherente kwetsbaarheid van de macht en de prijs die men betaalt voor het zoeken naar macht door middel van bedrog en verraad.
Bovendien vormt de zelfmoord van Cassius het toneel voor de laatste strijd van Brutus en de daaropvolgende nederlaag in de komende scènes van Act V. Het is een voorafschaduwing van de naderende ondergang van de samenzweerder en benadrukt de gevolgen van hun daden, wat uiteindelijk leidt tot de consolidatie van de macht onder het bewind van Antonius en Octavius. .