Impulsiviteit :Romeo's impulsiviteit komt duidelijk tot uiting wanneer hij besluit het Capulet-bal bij te wonen, ondanks het risico ontdekt te worden. Hij handelt op basis van zijn emoties zonder de mogelijke gevolgen volledig te overdenken. Deze impulsiviteit zorgt er ook voor dat hij snel verliefd wordt op Juliet en een overhaaste beslissing neemt om met haar te trouwen.
Romantiek :Romeo is een romantische figuur, die zijn liefde voor Julia in poëtische en hartstochtelijke termen uitdrukt. Hij gebruikt beelden en metaforen om Julia te vergelijken met de mooiste dingen in de natuur en zelfs met religieuze iconen, zoals de zon. Zijn romantische aard blijkt ook uit zijn bereidheid zijn leven te riskeren om bij Juliet te zijn, waarbij hij de maatschappelijke normen en de vete tussen hun families trotseert.
Passie :Romeo wordt verteerd door passie en verlangen naar Julia. Hij kan zijn emoties niet beheersen en zijn liefde voor Julia wordt al snel een allesverslindende kracht in zijn leven. Zijn passie zorgt ervoor dat hij roekeloos handelt, en hij is bereid alles te doen wat nodig is om bij haar te zijn, zelfs als dat betekent dat hij zijn eigen leven riskeert of conflicten veroorzaakt.
Idealisatie :Romeo idealiseert Julia en ziet haar als de perfecte en onbereikbare vrouw. Zijn liefde voor haar is gebaseerd op een geïdealiseerd beeld dat hij in zijn hoofd heeft gecreëerd, en niet op een diep begrip van wie zij is als persoon. Deze idealisering brengt hem ertoe enkele van Julia's tekortkomingen over het hoofd te zien en te geloven dat er geen enkele kritiek op haar kan worden gedaan.
In Act 2, Scene 2 weerspiegelt Romeo's gedrag de kenmerken van een jonge man die diep verliefd is en bereid is risico's te nemen omwille van die liefde. Het onthult echter ook zijn impulsieve en gepassioneerde karakter, wat uiteindelijk tot tragische gevolgen zal leiden.