Religieuze fanatisme
De puriteinen die zich in de 17e eeuw in de Massachusetts Bay Colony vestigden, waren diep religieuze mensen die in de letterlijke waarheid van de Bijbel geloofden. Ze geloofden dat de wereld een strijdtoneel was tussen goed en kwaad, en dat heksen agenten van de duivel waren die de kolonie probeerden te ondermijnen. Deze overtuiging leidde tot een klimaat van angst en achterdocht waarin iedereen die anders of onconventioneel was, van hekserij kon worden beschuldigd.
Politieke rivaliteit
De heksenjachten werden ook aangewakkerd door politieke rivaliteit tussen verschillende facties in de kolonie. De meest prominente van deze facties waren de Salem Village-factie, geleid door dominee Samuel Parris, en de Salem Town-factie, geleid door dominee John Hale. Deze twee facties streden om controle over de regering van de kolonie, en ze gebruikten de heksenprocessen om elkaars aanhangers in diskrediet te brengen.
Persoonlijke wrok
De heksenjachten vormden ook een gemakkelijke manier voor mensen om persoonlijke wrok te beslechten. Als iemand wrok koesterde tegen iemand anders, kon hij of zij hem eenvoudigweg van hekserij beschuldigen. Dit was vooral gevaarlijk voor vrouwen, die vaak werden gezien als vatbaarder voor hekserij dan mannen.
De combinatie van deze factoren veroorzaakte een perfecte storm van angst, achterdocht en paranoia die leidde tot de heksenprocessen in Salem en de dood van onschuldige mensen.