In het toneelstuk 'Much Ado About Nothing' zegt het personage Benedick bijvoorbeeld:'Ze is maar een vrouw, en ik ben een man; en ik ben een dwaas, en zij is een dwaas; en we zijn twee dwazen samen. Als jij zelf een dwaas bent, zal ik een vrouw voor mij nemen.' In deze passage wordt het woord 'overweldigend' gebruikt in de betekenis van 'grof' of 'walgelijk'.
Een ander voorbeeld van Shakespeare die het woord 'vol' in deze zin gebruikt, is te vinden in het toneelstuk 'King Henry IV, Part 1'. In dit stuk zegt het personage Falstaff:"O, jij hebt een verdomde iteratie, en je bent inderdaad in staat een heilige te bederven. Je hebt mij veel kwaad gedaan, Hal; God vergeef het je! Voordat ik je kende, Hal, ik was zuiver, ik was kuis; ik was bijna een heilige. Maar jij, Hal, hebt mij te goeder trouw verdorven; jij hebt mij te goeder trouw gebroken en van mij een zeer overvloedige metgezel gemaakt. In deze passage wordt het woord ‘verdorven’ gebruikt in de betekenis van ‘corrupt’ of ‘verlaagd’.
Dus als Shakespeare het woord ‘voldoende’ gebruikt, doelt hij niet op iets dat al te vleiend of complementair is. Hij doelt op iets dat smerig, stinkend of walgelijk is.