1. Taal en overtuigingskracht :
- Lady Macbeth gebruikt overtuigende taal en welsprekende argumenten om Macbeth ervan te overtuigen dat het vermoorden van Duncan noodzakelijk en het juiste is om te doen.
- Ze verwijst naar hun ‘gewelfde ambitie’ en de kans om hun gedeelde verlangens naar macht en status te vervullen.
2. Emotionele manipulatie :
- Lady Macbeth maakt gebruik van Macbeths emoties en onzekerheden om zijn beslissing te beïnvloeden.
- Ze beschuldigt hem ervan een lafaard te zijn en twijfelt aan zijn mannelijkheid als hij niet de moed heeft om de moord te plegen.
- Ze speelt in op zijn ambitie en verlangen om koning te zijn, wat suggereert dat hij haar bewondering niet waard is als hij er niet in slaagt de kans te grijpen.
3. Een beroep doen op mannelijkheid :
- Lady Macbeth kleineert de moed van Macbeth en portretteert hem als zwak als hij aarzelt de misdaad te begaan.
- Ze daagt zijn mannelijkheid uit en impliceert dat hij geen echte man is, tenzij hij actie onderneemt.
4. Schuld en schaamte :
- Lady Macbeth manipuleert Macbeth door hem een schuldgevoel te geven over zijn waargenomen zwakte en besluiteloosheid.
- Ze suggereert dat als hij de moord niet pleegt, hij in haar ogen en in de ogen van anderen als een mislukkeling zal worden gezien.
5. Ambitie en kracht :
- Lady Macbeths eigen brandende ambitie naar macht drijft haar ertoe Macbeth richting de moord te duwen.
- Ze ziet de dood van Duncan als het middel om hun gewenste posities en status te bereiken.
6. Manipulatie en controle :
- Lady Macbeth is manipulatief en controlerend in haar aanpak.
- Ze gebruikt emotionele oproepen, schuldgevoelens en verbale druk om Macbeths besluitvormingsproces te beïnvloeden.
Uiteindelijk blijkt Lady Macbeths combinatie van overtuigende taal, emotionele manipulatie en haar eigen felle ambitie effectief in het overtuigen van Macbeth om de gruwelijke daad van de moord op Duncan te plegen.