* Hij wantrouwt Macbeths plotselinge machtsovername.
* Hij is zich bewust van de profetieën van de heksen en hun rol in de opkomst van Macbeth.
* Hij is voorzichtig en wantrouwend tegenover de motieven van Macbeth.
Macduff:
* Hij is afwezig bij de kroning van Macbeth.
* Hij weigert de wijn te drinken tijdens het banket van Macbeth.
* Hij duikt onder na de moord op Duncan.
Anderen:
* De thanen en edelen van Schotland zijn terughoudend om Macbeth te steunen.
* De inwoners van Schotland zijn bang en wantrouwend tegenover Macbeth.
* De heksen zelf waarschuwen Macbeth voor het gevaar van Banquo en Macduff.