De toneelstukken van Shakespeare weerspiegelen vaak de ellende en armoede die hij in Londen zag. In zijn toneelstuk 'Henry V' beschrijft hij de stad als 'een stad van modder en vuiligheid'. In 'King Lear' schrijft hij over de 'arme inwoners van de stad, die dagelijks de natuurwetten overtreden bij het nastreven van hun miserabele beroep'. En in 'Romeo en Julia' beschrijft hij de stad als een plaats waar 'de portemonnee van iedere man de buurman op de keel zit'.
Ondanks de ellende vond Shakespeare ook schoonheid in Londen. Hij werd geïnspireerd door het bruisende leven van de stad en de vele culturen. Hij schreef over de straatartiesten van de stad, de markten en de theaters. En hij vierde de diversiteit, de energie en het potentieel van de stad voor grootsheid.