* Hij is te besluiteloos. Lady Macbeth is ongeduldig door Macbeths besluiteloosheid. Ze wil dat hij snelle en beslissende beslissingen neemt, en ze bekritiseert hem omdat hij aarzelt en over dingen nadenkt.
* Hij is te laf. Lady Macbeth gelooft dat Macbeth een lafaard is. Ze wil dat hij moedig en onbevreesd is, en ze bekritiseert hem omdat hij bang is voor de gevolgen van zijn daden.
* Hij is te zwak. Lady Macbeth gelooft dat Macbeth zwak is. Ze wil dat hij sterk en krachtig is, en ze bekritiseert hem omdat hij te gemakkelijk door anderen wordt beïnvloed.
* Hij is te ambitieus. Lady Macbeth vindt dat Macbeth te ambitieus is. Ze wil dat hij tevreden is met wat hij heeft, en ze bekritiseert hem omdat hij altijd meer wil.