* Romeo:zijn voornaam.
* Liefde:Juliet noemt hem zo vaak.
* Mijn man:Juliet noemt hem liefdevol nadat ze getrouwd zijn.
* Jij lieve heer:Juliet noemt hem zo als ze elkaar voor het eerst ontmoeten op het Capulet-bal.
Julia:
* Juliet:Haar voornaam.
* Mijn vrouw:Romeo noemt haar liefdevol nadat ze getrouwd zijn.
* Liefde:Romeo noemt haar zo vaak.
*Mijn dame:Romeo noemt haar zo respectvol.