1. Een fysiek gat in de grond waar iemand begraven ligt.
- "O, hier / Zal ik mijn eeuwige rust vestigen, / En het juk van ongunstige sterren schudden / Van dit wereldvermoeide vlees. Ogen, kijk je laatste! / Armen, neem je laatste omhelzing! en lippen, O jij / De deuren van de adem, sluit af met een rechtvaardige kus / Een datumloos koopje voor een boeiende dood! Kom, bitter gedrag, kom, onsmakelijke gids / Jij wanhopige piloot, ren nu meteen verder / De onstuimige rotsen zijn jouw zeezieke vermoeide blaf. / Op mijn liefde! (Drankjes.) O echte apotheker! / Dus met een kus sterf ik terug.) "(5.3.113-124).
2. Een plaats van begrafenis, vaak een begraafplaats of kerkhof.
- "De aarde die de moeder van de natuur is, is haar graf; / Wat is haar graf, dat is haar baarmoeder." (2.3.10-11).
3. Een serieuze of belangrijke zaak.
- "Mijn hart is vol ellende, / En mijn ogen zwaar van schijngenezing." (1.1.191-192).
4. Dodelijk, fataal of levensbedreigend.
- "Dit is een ernstige wond, heer, en zal een zorgvuldige behandeling vereisen. U moet rusten en verdere inspanning vermijden."
5. Figuurlijk graf in de zin van "diep"
- "Ze spreekt, maar ze zegt niets; hoe zit het met haar spraak?" (1.5.47)
6. Figuurlijk graf in de zin van 'geheim'.
- "Ik ben bang dat u de tijd zult benutten om te posten. Mijn heer, ik moet onmiddellijk." (5.2.11-12)
7. Figuurlijk graf in de zin van ‘gevaarlijk’
- "Nu, meneer, haar vader vindt het gevaarlijk, / Dat ze haar verdriet zoveel invloed geeft, / En in zijn wijsheid ons huwelijk versnelt, / Om de overstroming van haar tranen te stoppen, / Die, te veel alleen op zichzelf gericht , / Kan door de samenleving van haar worden afgenomen." (4.1.14-20)