Ze zijn bang voor de groeiende populariteit en macht van Caesar
zal ertoe leiden dat hij een tiran wordt en de Romeinse republiek vernietigt,
waar ze veel waarde aan hechten. Bovendien, Flavius en
Marullus keurt de buitensporige en jubelende steunbetuigingen aan Cacaer af, omdat deze de ware natuurgebeurtenissen logenstraffen. Terwijl de gewone mens de overwinningen van Caesar beschouwt als glorieuze prestaties die Rome eer brengen, erkennen Marullus en Flavius dit
de manipulatie en politieke ambitie achter de acties van Caesar. Daarom komt hun woede voort uit zowel hun zorgen over het behoud van de Romeins-democratische waarden als uit de afkeuring van het volk dat blindelings Caesar aanbidt, zich niet bewust van de potentiële kosten.