Onverschilligheid tegenover lijden: Personages kunnen een gebrek aan empathie of zorg voor de pijn en het lijden van anderen vertonen. Ze kunnen ernstige situaties lichtvaardig maken of de gevoelens van anderen zonder spijt negeren.
Wreedheid en geweld: Sommige personages plegen wreedheden of geweld zonder enig berouw of medeleven te tonen. Ze kunnen anderen fysieke of emotionele pijn toebrengen zonder na te denken over de gevolgen van hun daden.
Manipulatie en bedrog: Ongevoelige karakters kunnen anderen manipuleren en misleiden voor hun eigen persoonlijk gewin of bevrediging. Ze kunnen liegen, bedriegen of anderen verraden zonder schuldgevoel of wroeging.
Emotionele onthechting: Bepaalde karakters vertonen een gebrek aan emotionele gehechtheid of verbinding met anderen. Ze lijken misschien koud, afstandelijk of onverschillig, en het kan zijn dat ze geen emoties uiten zoals liefde, medeleven of sympathie.
Gebrek aan spijt of spijt: Gevoelige karakters missen vaak het vermogen om spijt of wroeging te voelen voor hun daden. Ze kunnen hun gedrag rechtvaardigen, anderen de schuld geven of gewoon verder gaan zonder de schade te erkennen die ze hebben veroorzaakt.
Het nastreven van persoonlijke doelen tegen elke prijs: Sommige personages zijn zo gefocust op het bereiken van hun eigen doelen dat ze de gevoelens of rechten van anderen negeren. Ze zijn misschien bereid anderen op te offeren of schade aan te richten om te krijgen wat ze willen.
Onmenselijkheid van anderen: Eeltgevoelige individuen kunnen anderen beschouwen als minder dan menselijk of als objecten die voor hun eigen doeleinden kunnen worden gebruikt. Het kan zijn dat ze geen empathie of begrip hebben voor de ervaringen of perspectieven van anderen.
Door personages te portretteren die deze eigenschappen vertonen, onderzoekt Shakespeare de complexiteit van de menselijke natuur en de gevolgen van ongevoeligheid en onverschilligheid.