Het stuk speelt zich af in een klein dorpje in India, waar een traditioneel gezamenlijk gezin moeite heeft zich aan te passen aan de veranderende tijden. Het hoofd van het gezin, Srinivasan, is een gepensioneerde onderwijzeres die diep geworteld is in traditionele waarden en gebruiken. Hij gelooft in het belang van familie-eenheid en traditie, en hij is terughoudend in het omarmen van de veranderingen die om hem heen plaatsvinden.
De zoon van Srinivasan, Mohan, is een succesvolle zakenman die naar de stad is verhuisd en een moderne levensstijl heeft aangenomen. Hij is niet langer geïnteresseerd in de traditionele waarden en gewoonten van zijn familie, en hij gelooft dat de enige manier om vooruitgang te boeken het omarmen van de moderniteit is.
Het conflict tussen Srinivasan en Mohan vertegenwoordigt het conflict tussen traditie en moderniteit. Srinivasan is een symbool van de traditionele waarden en gebruiken die worden uitgehold door de krachten van de moderniteit, terwijl Mohan de moderne waarden en gebruiken vertegenwoordigt die deze vervangen.
Het stuk onderzoekt de uitdagingen waarmee individuen worden geconfronteerd in een veranderende samenleving. Srinivasan heeft moeite om in het reine te komen met de veranderingen die om hem heen plaatsvinden, en hij maakt zich zorgen over de toekomst van zijn gezin. Mohan heeft ook moeite om een balans te vinden tussen zijn traditionele opvoeding en zijn moderne levensstijl.
Het stuk eindigt als Srinivasan en Mohan een compromis bereiken. Srinivasan stemt ermee in enkele van de veranderingen die plaatsvinden te accepteren, terwijl Mohan ermee instemt de traditionele waarden en gewoonten van zijn familie te respecteren. Het stuk suggereert dat het mogelijk is een evenwicht te vinden tussen traditie en moderniteit, en dat individuen zich kunnen aanpassen aan veranderende omstandigheden zonder hun identiteitsgevoel te verliezen.