Hier is een uitsplitsing:
* onderdrukking en misbruik: Assepoester wordt onderworpen aan mishandeling door haar stiefmoeder en stiefzusters. Ze dwingen haar om al het huishoudelijk werk te doen, haar basisbehoeften te ontkennen en haar te kleineren. Dit gebrek aan respect en constant misbruik creëren een diep ongelukkige omgeving voor Assepoester.
* Gebrek aan controle over haar leven: Assepoester zit vast in een machteloze positie, niet in staat om keuzes te maken over haar eigen bestemming. Ze wordt onderwijs, sociale interactie en zelfs de kans om zich goed te kleden ontzegd. Haar leven wordt bepaald door haar stiefmoeder en stiefzusters, waardoor ze zich gevangen en hopeloos voelt.
* Beperkte kansen: De sociale status van Assepoester als dienaar voorkomt dat ze de vrijheden ervaart die anderen genieten. Ze is uitgesloten van sociale evenementen en ontkent de kans om potentiële partners te ontmoeten, waardoor haar kansen op geluk worden belemmerd.
* geïnternaliseerde schaamte: Het constante misbruik en het gebrek aan keuzevrijheid kan ertoe leiden dat Assepoester negatieve zelfpercepties internaliseert. Ze kan geloven dat ze geluk of liefde niet waard is, waardoor haar vermogen om actie te ondernemen verder beperkt om haar situatie te verbeteren.
Uiteindelijk is het probleem van Assepoester het gebrek aan controle over haar eigen leven en het onvermogen om te ontsnappen aan de onderdrukking waarmee ze wordt geconfronteerd. Dit creëert een gevoel van wanhoop en verlangen naar een andere realiteit, die wordt vervuld door de komst van de prins en de magische interventie van haar sprookje.