1. Sociale en economische status:
- Smeermiddelen: Ze komen doorgaans uit een lagere sociaal-economische achtergrond en worden afgeschilderd als arbeidersklasse of arm.
- Socs: Ze komen uit een bevoorrechte achtergrond en worden geassocieerd met rijkdom en sociale status.
2. Uiterlijk:
- Smeermiddelen: Ze hebben een aparte stijl en dragen vaak spijkerjassen, leer en achterovergevet haar.
- Socs: Ze kleden zich in preppy en stijlvolle kleding, die hun sociale status in de hogere klasse weerspiegelt.
3. Waarden en gedrag:
- Smeermiddelen: Ze waarderen loyaliteit, vriendschap en eenheid binnen hun groep. Ze worden echter vaak afgeschilderd als rebels en buitenstaanders die zich bezighouden met kleine misdaden en vechtpartijen.
- Socs: Ze worden vaak afgeschilderd als arrogant, gerechtigd en vatbaar voor pesterijen. Ze kijken neer op de Greasers en bekijken ze met minachting.
De belangrijkste spanning tussen de Greasers en de Socs komt voort uit deze verschillen in sociale status, uiterlijk en waarden. De Greasers voelen wrok jegens de Socs, die zij als bevoorrecht en oneerlijk beschouwen. De Socs daarentegen beschouwen de Greasers als inferieur en gaan vaak conflicten aan om hun dominantie te laten gelden. Deze spanning weerspiegelt de bredere sociaal-economische verdeeldheid in de samenleving, waar gemarginaliseerde groepen (zoals de Greasers) zich onrechtvaardig behandeld voelen door degenen met meer macht (zoals de Socs).
De botsing tussen de Greasers en de Socs vormt het kernconflict in de roman en drijft een groot deel van de plot- en karakterontwikkeling aan.